maandag 27 september 2010

Eddy geeft



“Als mijn moeder het leuk had gevonden, had ik het niet weggedaan, maar ja, zij vond ‘m ook niet mooi”

Wie? Eddy (77)
Woont? Lange Distelstraat, Disteldorp
Dagelijkse bezigheid? Door zijn hieloperatie heeft hij een achterstand opgelopen bij het opruimen en verplaatsen van dingen in huis: “daar ben ik niet in drie dagen mee klaar”
Krijgt? Een tasje van Marloes (“Ik heb nog wel een buurmeisje die ik er blij mee kan maken”)
Geeft? Een 62 jaar oud koekblikje

Je woont al bijna je hele leven in Noord...
Als jochie woonde ik in het dorp Halfweg. Mijn vader moest elke dag met de Haarlemse ‘Kikker’ naar zijn werk, een prachtige tram was dat, maar de verbinding was slecht. Toen ik vijf was kreeg pa van de rederij een huis toegewezen op de Oude Laanweg in Noord. Die statige herenhuizen zijn nu helemaal weg, vijftig jaar terug afgebroken. Later was ik veel weg als zeeman met de wilde vaart op zee. Ik woonde jarenlang bij mijn moeder aan de Distelweg, toen twaalf jaar in Hamburg, en nu alweer zesentwintig jaar in Disteldorp.

En, was vroeger alles beter?
Ja. De sfeer, de gezelligheid, Noord is veranderd. Al in de oorlog was het een slechte tijd, maar vooral erna is de sfeer waardelozer geworden. Vroeger was het gemoedelijker, iedereen kende elkaar. De Van der Pekstraat was een prachtige winkelstraat. Met De Gruyter, Van Haren, Van Amerongen, Simon de Wit, en je had de groentezaak Timmermans. Heel gezellig. Soms vraag ik me wel eens af, waarom verandert de mensheid?

Je hebt je tuin vol spullen staan... Wat geef je weg?
Een blikkie. Ik heb er zelf niks mee, maar misschien heeft een ander er nog wat aan. Ik ga niets weggeven dat me dierbaar is, zoals mijn moeders theekastje. Daar hebben ze me 300 gulden voor geboden, maar ik zeg: helemaal niet. Al zou ik geen snee brood meer te eten hebben, dan nog niet. Dat heeft mijn moeder zitten poetsen, elke dag, daar ben ik aan gehecht. Maar als iemand iets leuk vindt en ik geef er niets om, dan kunnen ze het zo meenemen.

Het blikje is nogal verroest, antiek soms?
Het deksel zit muurvast... Ik kan er wel even op gaan staan, dan wrik ik ‘m los, haha! Het is ook al zestig jaar oud. Als mijn moeder het leuk had gevonden, ja, dan had ik het niet weggedaan, maar zij vond ‘m ook niet mooi. Ze heeft het in ’48 gekocht bij Jantje Van Alles op het Mosplein, waar nu de pizzeria zit. Je kon daar alles kopen. Garen, band, een fluitketel, alles voor in huis.

Wat zegt dit blikje over jou?
Ik vind ‘m óók niet mooi. Ik mocht er nooit aankomen. Hij ging alleen open als mijn moeders zus kwam of een buurvrouw voor een bakkie thee of koffie. Er zaten speculaasies of biskwietjes in. Nee, ik bemoeide me er geen cent mee als mijn moeder en die vrouwen zaten te keuvelen. Vanaf dat mijn moeder ‘m wegdeed heeft dit trommeltje altijd in mijn huis gelegen, maar op een gegeven moment werd het me teveel. Toen heb ik ‘m buitenboord gezet, ik dacht: dat is voor schroefjes of iets dergelijks. Zet maar in de tuin die handel.

Heb je nog een boodschap voor je buren?
Haha! Ze zijn oud en wijs genoeg. Ze moeten het leven maar bestieren! Je woont ergens en het went vanzelf.