dinsdag 5 oktober 2010

Greet geeft



“Je zet er toch wel bij dat ik dit beeldje wálgelijk vind?” 

Wie? Greet (69)
Woont? Silenestraat, Van der Pekbuurt
Dagelijkse bezigheid? Het huis soppen, met de honden wandelen, lezen – “dat vind ik verrukkelijk!” – koffieleuten
Krijgt? Wierrook uit India van Pascal
Geeft? Een vaasje en beeldje uit Portugal

Woon je al lang in Noord? 
Meid, al bijna mijn hele leven! Toen ik een paar jaar was zijn mijn ouders van Bakkum naar Halfweg gevlucht, in de oorlog. Ze hebben alles moeten achterlaten, de banketbakkerij van mijn vader, het pension van mijn moeder. We hebben een half jaar bij de ouders van mijn vader gewoond, maar twee kapiteins op één schip, dat ging natuurlijk niet. Dus toen mijn vader zetbaas bij de banketbakker op het Mosplein kon worden, zijn we hier terecht gekomen. Nieuwendijk, Hagendoorn, de Banne, ik heb het allemaal opgebouwd zien worden. Op de plek van het zwembad had je vroeger boer Kip met zijn boerderijtje.

Noord is ‘hip’ en verandert. Fijn of niet?
Ach, wat kan mij dat nou schelen, mensen willen wonen, zo gaat dat. Die yuppen mogen trouwens wel blij zijn dat ze hier mogen wonen, want ze hebben ons nooit zien zitten, maar nu is Noord ineens ‘in’! Toch wel heel grappig. Maar iedereen moet het zelf weten, als ze maar normaal zijn. Meer koophuizen is wel goed, daar wordt de buurt netter van. Maar of mijn nieuwe buren nou groen, paars of geel zijn, dat interesseert me voor geen meter.

Eerst wilde je een engeltje uit je verzameling weggeven, of je lievelingsboek Kirstin Lavransdochter... Wat is het geworden?
Nee, die engeltjes en dat boek die zijn me dierbaar, die krijg je niet hoor, voor geen duizend gulden. Ik geef een vaasje en een beeldje dat ik járen geleden in Portugal van een oude vrouw heb gekregen. Ik vind ze allebei wálgelijk, zó lelijk, maar ik heb ze toch nooit kunnen wegdoen. Ik vond het zo prachtig dat die oude moeder van mijn Portugese vrienden dit voor me gekocht heeft. Ze had geen cent, en tóch wilde ze me wat geven! Dat is toch prachtig? Maar ik vind ze walgelijk! Nu ben ik er eindelijk van af.

Maar je hebt ze tóch twintig jaar bewaard... Zeggen die beeldjes iets over jou? 
Nee, helemaal niks. Ja, dat ik niet van kitsch houd, dat zegt het wel. En we gingen jarenlang naar dezelfde camping in Noord-Portugal, mijn man en ik, toen hij nog leefde. Wij lullen met iedereen, dus zo hebben we die familie leren kennen. Ik schrijf ze nog steeds regelmatig postkaarten. Maar ze schrijven nooit terug, dat zouden ze nooit doen. Goh, ik zou er wel weer eens heen willen, naar Portugal, zodra het kan. Je zet er wel bij dat ik het beeldje walgelijk vind, toch? Anders denken mensen nog dat ik dit mooi vind. Ik ben benieuwd waar het terecht komt.

We hebben al een afspraak met de volgende kandidaat. Een student, een jongen...
Oh god, arme jongen! Misschien laat hij dat parelmoeren vaasje wel van schrik uit zijn handen vallen! Oh jee, wat zielig voor zo’n jongen. Hier, doe dit boek ‘Warlord’ er dan bij, ter compensatie, dat vindt hij misschien wel leuk...